Sombor - Baja, vaarwel Servie

13 juni 2015 - Baja, Hongarije

Na weer een overdadig Servisch ontbijt  (met o.a. drie gebakken eieren met bacon) in de prachtige schaduwrijke tuin rijdt ik om 9 uur weg van het hotel. Sombor is een mooie plaats met diverse mooie orthodoxe en katholieke kerken. Ik koop wat eten voor onderweg (brood, bananen, yoghurt en nog wat pakjes limonade om al het Servische geld  op te maken). Ik heb mijn tropenpet opgezet, want het is weer erg warm.

Na 10 km passer ik een man die net op zijn fiets stapt. In mijn spiegeltje zie ik dat hij mij komt inhalen. Eenmaal puffend en krakend naast me vraagt hij waar ik vandaan kom. Nederland, oh ja,  Cruijff en Van Basten. Ik probeer een beetje duidelijk te maken wat voor een fietstocht ik aan het maken ben en dat ik net gepensioneerd ben. Hij vertelt in heel gebrekkig Engels, Duits, Servisch dat hij nog werkt. Hij repareert landbouwmachines begrijp ik. Ik wijs naar zijn verroeste ketting en geef aan dat hij die weleens mag smeren. Hij lacht. Hij zegt dat hij in het komende dorpje Backi Monostor woont, of ik niet een kop koffie bij hem wil komen drinken. Dat sla ik niet af. 10 minuten later zit ik met hem en zijn vrouw (die wel redelijk Duits spreekt omdat ze in Frankfurt gewerkt heeft) aan de keukentafel. In het door hemzelf gebouwde huis is alleen het meest noodzakelijke aanwezig is. De binnenmuren zijn helemaal ruw. Het is wel lekker koel. Ik krijg een grote mok Servische koffie met de drab erin dus. Flink wat suiker erin en de drab even laten zakken en dan smaakt ie prima.
Hij haalt een half vergaan fotoalbum  tevoorschijn en laat als eerste zien dat hij keeper is geweest in het 1e elftal van Sombor. Dan natuurlijk foto's van familie en hemzelf in legeruniform. Ik laat foto's op mijn IPhone zien, maar merk op een gegeven moment dat hij op hete kolen zit. Hij moet weer aan het werk. Uitgezwaaid door zijn vrouw fiets ik weer verder richting Hongaarse grens.

Je ziet de bouw van de huizen veranderen en ook de haarkleur van de mensen (donkerblond). Ik passeer de grens zonder problemen en haal in het eerste dorp Hercegszanto Hongaars geld uit de muur en neem een cola op het eerstvolgende terras. Er zitten een paar mannen een biertje te drinken (het is pas 13 uur). Ze leren me een paar woordjes Hongaars en wijzen me de weg. Ik sta op om weg te gaan en sta ineens oog in oog met iemand die eenzelfde tropenpet op heeft als ik. Je ziet deze erg weinig. We staan perplex en schieten alle twee in de lach. Zijn vriend maakt een foto van ons tweeen.
De rest van de weg hoef ik nauwelijks te trappen want ik heb een harde Zuidenwind in de rug. Ik moet alleen regelmatig drinken, want het is 35 grd. De natuur is mooi en afwisselend.
Om 15 uur (na ca.  85 km) ben ik in Baja en zie een Hotel-pension met iets van bike erop. De prijs is redelijk voor Hongaarse begrippen € 35,- incl. airco en ontbijt.
Baja is een grote plaats aan de Donau, met haven voor pleziervaartuigen en een strand dat helemaal vol ligt. Ik neem eerst een heerlijk Italiaans ijsje en een bier en ga wat inkopen doen voor morgen, want dan zijn de winkels hier dicht (in tegenstelling tot in Servie, Bulgarije en Turkije). Ik eet een heerlijke Cesarsalade en heb daar al genoeg aan. Het prijsniveau ligt ca. 50% hoger dan in Servie.

Morgen naar Dunapataj en dan nog twee etappes en dan zit ik alweer in Budapest.

Weer heeft zich iemand gemeld als contribuant voor  mijn actie voor de Stichting Veteranenziekte voor € 0,01 / km. Het is Hans Donker van de fa. Kemper die o.a.  appendages voor drinkwaterinstallaties maakt en waar ik regelmatig contact mee had bij ISSO.
 

Foto’s